Het kwartet
Eerst pionier en thans beschermer van een kostbaar erfgoed.
Een legende, welke begon in 1969 in een oude boerenschuur, en uitgegroeid tot een niet vergelijkbaar hoogtepunt in de geschiedenis van de klassieke saxofoon.
Een homogeniteit, gecombineerd met een assortiment aan nuancen, waarvan Bocuse slechts kan dromen, leidde tot de introduktie van het in 1969 nog onbekende, maar adembenemende franse repertoire. Als vanzelf ontstonden hierna een grote stroom composities van onder meer Tristan Keuris, Wim Petersma, Peter Jan Wagemans, Otto Ketting, Klaas de Vries, Klas Torstensson waarvan de mondiale bekendheid nog immer toeneemt.
Een culturele opgeslotenheid van het saxofoonkwartet in Frankrijk werd door het Nederlands Saxofoon Kwartet op alle fronten doorbroken. Niet alleen werden de technische mogelijkheden uitgebreid, waardoor het klankscala een immer wisselend karakter kon krijgen, maar werd de saxofoon ook ontrukt aan de fraaie doch ook enigszins muffe omgeving van het franse repertoire.
Meesters als zij zijn, ieder in zijn eigen specialisatie, brachten zij deze culturele rijkdommen mee naar hun studenten van de diverse conservatoria: Den Haag, Maastricht, Amsterdam, Groningen, Leuven (Belgiƫ).
Gastdocentschappen overal in Europa. Wat zou de saxofooncultuur zijn zonder het Nederlands Saxofoon Kwartet?